Ik ken ze vanuit mijn kindertijd als alikruken. Die kleine slakjes die je op golfbrekers vindt. Vroeger namen we ze wel mee naar huis. Mijn moeder kookte ze dan en vervolgens moesten we met een speld de klepjes waarmee ze zichzelf afsluiten in hun huisje wegpulken en het slakje er uit peuteren. En dan eten… Lekker!
Onlangs waren we op vakantie op Terschelling en jeugdsentiment dreef mij samen met mijn zoon naar een pier op het wad waar de alikruken overvloedig aanwezig zijn.
Hier verzamelden we een flinke zak vol. Het is sowieso leuk om rond te kijken naar al het leven op het wad. Het zit er bijvoorbeeld vol met Japanse oesters. Deze zijn vermoedelijk ooit hier terechtgekomen door het spoelen van tanks van schepen die uit het verre oosten kwamen. Ze hebben hier echter geen natuurlijke vijanden en woekeren dus. We hebben er eentje opengebroken en ter plaatse geconsumeerd, maar ik vond hem niet lekker. Moddersmaak. Toch zijn ze eetbaar. Ik las later dat je de buitenkant eerst goed schoon moet maken en de oesters daarna 24 uur in schoon water moet weken. Misschien dat dat scheelt. Volgende keer proberen.
Maar goed, we waren dus op alikruuk-jacht.